Msconfig Uitgelegd

MSConfig, ook bekend als Systeemconfiguratie, is een ingebouwd hulpprogramma in Windows 11 en Windows10. Het is ontworpen om u te helpen bij het oplossen van problemen en het beheren van het opstartproces van het besturingssysteem.

Systeemconfiguratie is niet nieuw. Het is beschikbaar sinds Windows 98 en hoewel het in de loop der jaren is geëvolueerd, is de algehele ervaring niet significant veranderd.

MSConfig wordt officieel Systeemconfiguratie genoemd. Het hulpprogramma komt voor in: Windows VistaWindows 7Windows 8Windows 10 en Windows 11. De Microsoft System Configuration Utility, in eerdere besturingssystemen, is een systeemhulpprogramma om problemen met het opstartproces van Microsoft Windows op te lossen. Het kan software, stuurprogramma’s en Windows-services die bij het opstarten worden uitgevoerd, uitschakelen of opnieuw inschakelen. Maar ook opstartparameters wijzigen. Dit hulpprogramma is met name handig voor het diagnosticeren van prestatieproblemen en softwareconflicten in het besturingssysteem. Het biedt ook de mogelijkheid om Windows in veilige modus te starten.

Er zijn echter enkele nieuwere functies toegevoegd en andere zijn verwijderd, zoals de mogelijkheid om apps bij het opstarten te bedienen.

MSConfig wordt meegeleverd met alle versies van Microsoft Windows-besturingssystemen sinds Windows 98, behalve Windows 2000. Gebruikers van Windows 95 en Windows 2000 kunnen het hulpprogramma ook downloaden. Ook al is het niet voor hen ontworpen.

In dit Windows 11 artikel leggen we u de stappen uit om aan de slag te gaan met het hulpprogramma Systeemconfiguratie in Windows 11. Dit artikel is echter ook van toepassing op Windows 10.

Om het hulpprogramma Systeemconfiguratie te openen, zijn er ten minste twee opties:

Om MSConfig te openen vanuit Uitvoeren, volgt u deze stappen:

  1. Gebruik de sneltoets Windowstoets + R om het dialoogvenster Uitvoeren te openen.
  2. Typ vervolgens MSConfig en druk op Enter; of klik op de knop OK.
Uitvoeren

Om MSConfig te openen vanuit het menu Start, volgt u deze stappen:

  1. Open het Startmenu.
  2. In de zoekbalk typt u vervolgens MSConfig en klik op de app om deze te openen; Optie 1.
  3. Zoek naar Systeemconfiguratie vervolgens klikt u op het bovenste resultaat om de app te openen; Optie 2.
Msconfig Via Start

Wanneer u de app Systeemconfiguratie opent, ziet u verschillende tabbladen die elk een specifieke functie hebben.

Op het tabblad Algemeen kunt u het opstartgedrag wijzigen.

  • Normaal opstarten (standaard): De standaardmodus waarin alle opstartprogramma’s en -services worden geladen.
  • Diagnostisch opstarten: Deze modus wordt het besturingssysteem alleen gestart met essentiële services en drivers, zodat conflicten of problemen sneller kunnen worden geïdentificeerd.
  • Selectief opstarten: Hiermee kunt u kiezen welke programma’s en services u bij het opstarten wilt laden. U kunt niet-essentiële items uitschakelen om de opstarttijd te versnellen en conflicten op te lossen.
Tabblad Algemeen

Het is belangrijk om op te merken dat de optie ‘Selectief opstarten’ drie instellingen heeft, zoals hieronder beschreven.

  • Aangevinkt: Deze optie geeft aan dat alle essentiële systeemservices geladen zijn om het besturingssysteem correct te laten functioneren.
  • Niet aangevinkt: Schakelt de meeste ingebouwde services uit. Hoewel deze optie het opstarten aanzienlijk kan versnellen, kan het echter instabiliteit veroorzaken of voorkomen dat sommige programma’s correct werken. Schakel dit alleen uit als u weet wat u doet.
  • Aangevinkt: Deze optie laadt programma’s die zijn ingesteld om automatisch te starten tijdens het aanmelden. Dit omvat apps die u hebt geïnstalleerd, evenals enkele systeemhulpprogramma’s.
  • Niet aangevinkt: Voorkomt dat het systeem alle opstartprogramma’s uitgevoerd. Dit kan de opstarttijd versnellen, maar betekent wel dat u handmatig alle benodigde applicaties moet starten.

Met de optie Originele opstartconfiguratie gebruiken geeft u het besturingssysteem de opdracht om wijzigingen die u in de opstartconfiguratie in Systeemconfiguratie hebt aangebracht, te negeren en in plaats daarvan de oorspronkelijke opstartinstellingen te gebruiken die aanwezig waren toen het systeem voor het eerst werd geïnstalleerd.

Wanneer u deze optie aan vinkt, wordt de optie Selectief opstarten grijs weergegeven. Hierna wordt de optie Normaal opstarten automatisch aangevinkt.

Via het tabblad Opstarten kunt u opstartopties beheren, zoals Veilig opstarten, opstartlogboekregistratie en het instellen van standaardbesturingssystemen in multi-boot-installaties.

Bovenaan het scherm vindt u de lijst met besturingssystemen die op uw computer zijn geïnstalleerd. Meestal vindt u slechts één installatie, maar de andere setup scenario’s worden hier ook vermeld als u een dual-boot systeem hebt.

Met deze optie kunt u de computer opstarten in Veilige modus, een diagnostische modus die minimale stuurprogramma’s en services gebruikt. Het is handig voor het oplossen van problemen. U kunt kiezen uit verschillende opties:

Veilig Opstarten
  • Minimaal: Veilige modus-ervaring met de standaard grafische gebruikersinterface.
  • Alternatieve shell: Veilige modus met een opdrachtprompt in plaats van de grafische ervaring.
  • Active Directory-herstel: Veilige modus met Active Directory-services voor het herstellen van netwerkconnectiviteitsproblemen met Active Directory.
  • Netwerk: Veilige modus met netwerkondersteuning en grafische interface.

Het opnieuw opstarten van uw apparaat moet voldoende zijn om de veilige modus uit te schakelen en weer in de normale modus opstart. Mocht uw apparaat om een of andere reden nog steeds opstarten in de veilige modus, probeert u het volgende:

  1. Druk op de Windowstoets + R
  2. Typ in het vak Openen msconfig en selecteer vervolgens OK
  3. Vervolgens gaat u naar het tabblad Computer opstarten
  4. Schakel onder Opstartopties het selectievakje Veilig opstarten uit
Veilige Modus

Als u meerdere versies van Windows op uw computer hebt geïnstalleerd, kunt u ook een specifieke installatie gebruiken en op de knop ‘Instellen als standaard’ klikken om de standaardversie te installeren. Deze wordt dan automatisch gestart na de time-outtijd.

Vervolgens kunt u een item selecteren en verwijderen. U zou deze optie echter alleen gebruiken als u, na het verwijderen van het dual-boot systeem, ontdekt dat het bootmenu de wijzigingen niet heeft weerspiegeld.

Als onderdeel van de opstartoptie kunt u ook kiezen voor:

  • Geen GUI-opstart: schakelt het opstartscherm uit tijdens het opstarten en toont in plaats daarvan een zwart scherm.
  • Boot log: Maakt een logbestand, Ntbtlog.txt, dat het opstartproces registreert, wat kan helpen bij het identificeren van stuurprogramma problemen. Het bestand is beschikbaar in de map Windows op station C:.
  • Basisvideo: Dwingt het systeem om de basis videostuurprogramma te gebruiken, wat handig is als u problemen met de weergave hebt.
  • OS-opstartinformatie: Geeft tijdens het opstarten details weer over het laden van drivers op het scherm. Dit is handig voor foutopsporing.

De optie Time-out bepaalt hoe lang het opstartmenu wordt weergegeven als u een dual-boot-systeem hebt. U kunt de tijd in seconden aanpassen voordat het standaardbesturingssysteem automatisch start tijdens het opstartproces.

Tot slot kunt u ook de optie Maak alle boot instellingen permanent aanvinken. Wanneer u deze optie selecteert, worden de bootinstellingen vergrendeld.

Wanneer u deze optie bijvoorbeeld niet aanvinkt, kunt u eenvoudig schakelen tussen de verschillende opstartmodi, Normaal, Diagnostisch, Selectief, op het tabblad Algemeen.

Als u de optie aanvinkt, verliest u de mogelijkheid om eenvoudig terug te schakelen naar de optie Normaal opstarten. Zelfs als u de optie Normaal opstarten opnieuw wilt kiezen, negeert het systeem u omdat u deze optie in feite bent vergeten.

De instellingen binnen elke modus worden altijd opgeslagen. Het verschil is of u eenvoudig een andere modus kunt kiezen.

Op de pagina Geavanceerde opties kunt u een aantal basisinstellingen voor het opstartproces aanpassen. Deze instellingen zijn over het algemeen bedoeld voor specifieke probleemoplossings- of testscenario’s.

Houd er rekening mee dat het wijzigen van deze instellingen van invloed kan zijn op het opstartproces van de computer en zelfs tot instabiliteitsproblemen kan leiden.

Geavanceerde Opties

Met deze optie kunt u het aantal processorkernen beperken dat het systeem tijdens het opstarten gebruikt.

Ook al herkent Windows 11 nog steeds alle cores in de processor, worden alleen het aantal cores gebruikt dat u hebt opgegeven voor de eerste opstartfase.

Deze optie wordt voornamelijk gebruikt voor foutopsporing en testen. U kunt deze optie het beste uitschakelen, zodat het besturingssysteem alle beschikbare cores kan gebruiken.

Met deze optie beperkt u de hoeveelheid geheugen die het besturingssysteem tijdens het opstarten gebruikt.

Vergelijkbaar met de processoroptie, dit is voornamelijk bedoeld voor het testen of simuleren van omstandigheden met weinig geheugen. Tenzij u een specifieke reden hebt om het geheugen tijdens het opstarten te beperken, kunt u dit het beste niet aanvinken.

Met deze optie voorkomt u dat het besturingssysteem tijdens het opstarten invoer-/uitvoerbronnen (I/O) en IRQ-bronnen, de zogenaamde Interrupt Request, opnieuw toewijst op de PCI-bus.

Dit is een zeer technische instelling die zelden nodig is, meestal alleen in gevallen waarin er hardware conflicten of compatibiliteitsproblemen met oudere hardwarecomponenten zijn.


De PCI-bus of Peripheral Component Interconnect, is een standaard businterface die wordt gebruikt om verschillende hardwarecomponenten in een computer met elkaar te verbinden. Het fungeert als een snelweg voor gegevensoverdracht tussen de CPU, geheugen en randapparaten zoals grafische kaarten, netwerkkaarten en geluidskaarten. Hier is een overzicht van hoe de PCI-bus werkt:

  • Busstructuur: De PCI-bus bestaat uit een reeks signaallijnen die zijn verdeeld in verschillende groepen, zoals adreslijnen, datalijnen en besturingslijnen. Deze lijnen verbinden de verschillende PCI-sloten op het moederbord.
  • Apparaten: Elk apparaat dat op de PCI-bus is aangesloten, heeft een unieke bus-ID. Dit zorgt ervoor dat elk apparaat onafhankelijk kan communiceren zonder interferentie van andere apparaten.
  • Plug and Play: PCI ondersteunt plug-and-play functionaliteit, wat betekent dat nieuwe apparaten automatisch worden gedetecteerd en geconfigureerd zonder dat handmatige instellingen nodig zijn.
  • Gegevensoverdracht: Wanneer een apparaat gegevens wil verzenden, stuurt het een verzoek naar de buscontroller. De buscontroller wijst dan een tijdslot toe voor dat apparaat om gegevens te verzenden of ontvangen via de PCI-bus.
  • Multitasking: De PCI-bus ondersteunt gelijktijdige gegevensoverdracht tussen meerdere apparaten, wat zorgt voor efficiënte prestaties en hogere gegevensdoorvoer.
Schema Pci Bus

Met deze optie activeert u foutopsporing in de kernelmodus. Deze functie wordt door ontwikkelaars voornamelijk gebruikt om problemen met drivers op te lossen.

Het is niet iets dat je normaal gesproken nodig hebt voor regulier gebruik.

Het tabblad Services biedt een interface voor het beheren van de verschillende achtergrondservices die in het besturingssysteem worden uitgevoerd.

Deze sectie toont een lijst met alle services die beschikbaar zijn op uw computer. De lijst toont de servicenaam, fabrikant gegevens, huidige status, actief of gestopt, en of deze is ingeschakeld bij het opstarten.

In deze sectie heeft elke service een selectievakje ernaast. Indien het is aangevinkt, is de service ingeschakeld en start deze automatisch tijdens het opstarten. Als het echter niet is aangevinkt, is de service uitgeschakeld en start deze niet automatisch.

Met de optie Alle Microsoft-services verbergen verbergt u alle services die essentieel zijn voor het uitvoeren van het besturingssysteem.

Services

Dit is een handige optie, omdat u zich hiermee kunt richten op services van derden, de services die worden geïnstalleerd door programma’s die u hebt toegevoegd. Deze kunt u waarschijnlijk het beste uitschakelen als u het opstarten wilt stroomlijnen of problemen op uw computer wilt oplossen.

Daarnaast bevat dit tabblad knoppen om alle services in of uit te schakelen. Dit kan ook handig zijn om verschillende problemen op te lossen.

Als u bijvoorbeeld een schone start wilt uitvoeren om softwareconflicten op te lossen, vinkt u de optie Alle Microsoft-services verbergen aan, vervolgens klikt u op de knop Alles uitschakelen. Ook schakelt u via het tabblad Opstarten van Taakbeheer alle toepassingen uit die zijn geconfigureerd om bij het opstarten te worden uitgevoerd.

Het tabblad Services biedt een manier om achtergrondservices te beheren, maar u moet het voorzichtig gebruiken. Doe altijd onderzoek naar onbekende services voordat u ze deactiveert en vergeet niet dat veel services essentieel zijn voor de correcte werking van Windows 11.

Het tabblad hulpprogramma’s biedt snelle toegang tot verschillende systeemhulpprogramma’s en diagnostische hulpmiddelen. Het is in feite een handige starter voor deze programma’s, waardoor u de extra stappen bespaart om door het menu Start te navigeren of ernaar te zoeken terwijl u zich in de app Systeemconfiguratie bevindt.

Vanaf dit tabblad kunt u het volgende starten:

  • Over Windows;
  • UAC-instellingen wijzigen;
  • Beveiliging en onderhoud;
  • Problemen met Windows oplossen;
  • Computerbeheer;
  • Systeeminformatie;
  • Gebeurtenisviewer;
  • Programma’s;
  • Systeem Eigenschappen;
  • Internetopties;
  • Internet Protocol-configuratie;
  • Prestatiemonitor;
  • Bronmonitor;
  • Taakbeheer;
  • Opdrachtprompt.
  • Register-editor;
  • Hulp verwijderen;
  • Systeemherstel.
Tabblad Hulpprogramma's

Het tabblad hulpprogramma’s is in de eerste plaats een snelkoppeling naar bestaande systeemhulpprogramma’s, maar wordt zelden gebruikt omdat u deze kunt openen via het menu Start, de app Instellingen of Windows Extra. Systeemconfiguratie bevat ook het tabblad Opstarten, maar de instellingen zijn verplaatst naar Taakbeheer.